Wat zeggen kinderen en jongeren over publieke plekken?

Verkeersveiligheid in de schoolomgeving

De juf moet nu op straat gaan staan om de auto’s tegen te houden, maar ik heb schrik dat de auto’s tegen haar gaan.

Vele bevraagde kinderen geven aan dat ze vaak een onveilig gevoel hebben in de schoolomgevingen, omdat er veel auto’s rijden, de auto’s te snel rijden, ze zich niet altijd aan de regels of afspraken houden en slecht voorrang verlenen.

Ondanks het feit dat veel kinderen vinden dat er vaak te veel auto’s in de schoolomgeving rijden, geven de kleinere kinderen ook aan dat ze graag zo dicht mogelijk bij de school worden afgezet om niet te ver te moeten wandelen. In schoolomgevingen met autoluwe delen (bv. aan GBO Overijse) vinden kinderen het veiliger. Ook zijn de kinderen fan van maatregelen die gelden om de verkeersveiligheid verhogen. Enkele bevraagde kinderen zeggen dat de aanwezigheid van politie en/of gemachtigde opzichters in de schoolomgeving helpt om de veiligheid te verhogen.

Hoe zou de gemeente de verkeersveiligheid aan schoolomgevingen verder kunnen verhogen volgens de kinderen? Enerzijds preventieve en sensibiliserende maatregelen als borden, sensibiliseringsacties, signalering, maar ook infrastructurele oplossingen als extra zebrapaden, verkeerslichten, fietsstraten, ten slotte repressieve maatregelen als meer politiecontrole, flitspalen en camera’s. In Tombeek is er ook een gesmaakte actie geweest om knuffels die over een lengte van vijftig meter langs de straat werden gezet om auto’s bewust te maken van waar kinderen aanwezig zijn.

Verplaatsingen door kinderen naar plekken in de leefwereld

Ik zou het leuk vinden om met de fiets naar school te komen want dat is echt niet leuk met de auto, wachten in de file.

Tijdens enkele participatiemomenten werden de kinderen ook bevraagd over de verkeersveiligheid in de gemeente buiten de schoolomgevingen. Ook daar was een veel terugkerende opmerking dat auto’s vaak te snel rijden en zich niet altijd aan de regels houden of zich hoffelijk gedragen. Vooral grote en drukke wegen zijn voor de bevraagde kinderen problematisch. Auto’s die op de weg of in de berm parkeren werden ook een keertje aangehaald. Dit maakt het moeilijk passeren voor fietsers en wandelaars. Kwamen ook terug: slechte zichtbaarheid bij oversteekpunten, gevaarlijke kruispunten, het ontbreken van voet- of fietspaden, files, slecht afgestelde verkeerslichten.

Voor korte verplaatsingen in de vrije tijd naar plekken in de buurt lijken de bevraagde kinderen sneller de fiets te nemen of te voet of per step te gaan. Hoewel ook veel verplaatsingen per auto gebeuren. Kinderen vanaf de 3de graad lager mogen sneller alleen gaan (als de bestemming niet te ver is). Jongere kinderen verplaatsen zich meestal onder begeleiding.

Naar school lijken de bevraagde kinderen veelal met de auto te gaan, zeker in Tombeek en Jezus-Eik. Veel kinderen die er naar school gaan, wonen ver weg en trotseren dagelijks file. Anderen komen met de wagen, omdat er een kleiner broertje of zusje meekomt of een ouder hen dropt onderweg naar het werk. Veruit de meeste kinderen zouden echter liever met de fiets gaan. Sommige kinderen (die dichtbij wonen) komen regelmatig met de fiets of de step en uitzonderlijk te voet. Uiteraard is dit ook weersafhankelijk.

Bezorgdheid van kinderen over klimaat en vervuiling

Extra bomen zijn altijd leuk. Het is goed voor de natuur, het is mooi om naar te kijken en je kan eronder schuilen als het regent.

Wanneer met de bevraagde kinderen gesproken wordt over de publieke ruimte, beginnen ze vaak spontaan over het zwerfvuil en de hondendrollen die op plaatsen rondslingeren. Ze ergeren zich mateloos aan vervuiling en willen graag een propere gemeente.

Wat kan volgens de kinderen helpen om dit probleem aan te pakken? De bevraagde kinderen geven aan dat ze meer vuilbakken willen en dat op bepaalde plaatsen de vuilbakken niet op de ideale plek staan of dat ze meer mogen opvallen (bv. fluokleur). Hier en daar mogen vuilbakken ook sneller geledigd worden. Maar ook een bord plaatsen of mensen meer sensibiliseren om hun afval in de vuilbak te gooien, kan helpen.

De bevraagde kinderen vinden bovendien dat de veelheid aan auto’s in de gemeente (en schoolomgevingen) niet enkel de onveiligheid verhoogt, ze vinden dat ook slecht voor de natuur. Een overgrote meerderheid van de bevraagde kinderen zien ook graag meer natuur en bomen in de gemeente. Ze zien het niet graag als bomen gekapt worden.

Wat maakt een publieke plek leuk voor kinderen?

Ik wil een tent aan het skatepark, dan kan ik daar slapen en ben ik er als eerste

Wat maakt een publieke plek leuk voor kinderen? Niet geheel verrassend is dat vaak als er een speeltuin (in de buurt) is. Op een ingerichte speeltuin of skatepark is het belangrijk dat er zowel voor jongere als voor oudere kinderen voldoende toestellen zijn. Sommige bevraagde kinderen vinden het ook beter als de kleintjes apart spelen of skaten om geen conflicten te hebben. Leuke vaststelling: toestellen worden niet enkel gebruikt voor hetgeen ze bestemd zijn. Die ‘multifunctionaliteit’ is een meerwaarde.

Om een leuke plek te zijn, hoeft het echter niet altijd om een ingerichte speeltuin te gaan. Een open ruimte (verhard of onverhard), bomen/een bos, heuvels/niveauverschillen of andere spelprikkels bieden ook speelmogelijkheden. Zelfs de stoeprand wordt tijdens een wandelmethodiek door kinderen benut om op en af te springen. In het bos gebruikten de kinderen dan weer takken om mee te spelen.

Als er op een plek iets van toestellen ontbreekt, is dat ook niet noodzakelijk een probleem. Sommige bevraagde kinderen gebruiken dan hun creativiteit om het op te lossen.

Toch was het antwoord van de meeste kinderen op de vraag wat een plek leuker zou maken, vaak het plaatsen van extra speeltoestellen (bv. trampoline, parcours, boomhut…) of extra sportfaciliteiten als een mountainbikeparcours. Maar ook meer natuur en bomen kwam zeer vaak terug als antwoord. Een overgrote meerderheid van de bevraagde kinderen houdt van groen, natuur en bomen en wil er meer van in de gemeente. Ook water (vijver, riviertjes…) spreekt aan.

Wat kan een plek nog leuker maken? Als er iets te eten of te drinken in de buurt is. In elk geval zijn er ook zit- en picknickplekken nodig voor de ouders of leerkrachten die de kinderen begeleiden. Maar enkele bevraagde kinderen geven aan dat het ook voor hen leuk kan zijn om er samen te zitten, babbelen en eten. Maar ook een overkapping voor als het regent wordt af en toe aangehaald, zodat de kinderen niet moeten stoppen met spelen en kunnen schuilen. Een toilet in de buurt is eveneens wenselijk.

Ook de verkeersveiligheid is belangrijk. De plek is veilig bereikbaar en ligt bij voorkeur verder weg van een drukke baan, zodat er geen ongelukken kunnen gebeuren. Of er is afrastering om het veiliger te maken. Uiteraard willen kinderen ook graag plekken kortbij waar ze zaken kunnen doen die ze graag doen (bv. spelen, voetballen, skaten…). Een decentrale strategie voor de speel- en ontmoetingsruimten is dus op zijn plaats, aangezien (zeker jonge) kinderen niet snel zelfstandig verder weg mogen gaan. Ook leuk als er op plekken soms iets georganiseerd wordt of er een evenement is.

Publieke (ontmoetings)plekken voor jongeren

Wat bedoel je dan? Echt speeltuigen?

Ja.

Maar voor kleine kinderen dan?

Neen, voor ons. Dat is leuk.

Wat vinden jongeren belangrijk voor publieke ontmoetingsplekken?

  • Het allerbelangrijkste is de aanwezigheid van andere jongeren/vrienden. Die factor bepaalt het meest of het een leuke plek is om naartoe te gaan. Het moet vooral een plek zijn waar de mogelijkheid is tot sociaal contact.
  • (Picknick)banken of andere zitfaciliteiten zijn een meerwaarde. Het is geen absolute must, maar het maakt de plek (vaak) aangenamer.
  • Een overkapping brengt beschutting bij regen en wind. Er is veel vraag naar een overdekte zitplaats.
  • Een toilet in de buurt (waar ze gebruik van mogen maken) zou ook een toegevoegde waarde zijn.
  • Speeltoestellen zijn niet alleen voor kleine kinderen. Ook jongeren gebruiken ze graag om op te zitten of zelfs om mee te spelen.
  • Verlichting is ook fijn voor ’s avonds.
  • Het is positief als de toestellen of faciliteiten op een plek goed onderhouden en up-to-date zijn en alle alle toestellen daadwerlijk werken.
  • Jongeren zoeken ook een rustige en verkeersarme plekken op waar ze kunnen rondhangen zonder al te veel bekijks.
  • Winkels of eetgelegenheden in de buurt maken de plek veel aantrekkelijker. Jongeren missen dit ook in Overijse, zowel in het centrum als de andere kerkdorpen en gehuchten. 
  • Ook de bevraagde jongeren vinden propere plekken belangrijk.
  • Voldoende (vlakke en/of verharde) ruimte om te voetballen of zich uit te leven vinden jongeren een pluspunt.
  • De bevraagde jongeren zijn heel mobiel. Ze verplaatsen zich vooral per fiets of met de bus. Ze hebben gemengde gevoelens bij het drukke verkeer. Langs de ene kant benoemen ze dat de vele auto’s bv. in het centrum niet leuk zijn. Langs de andere kant hindert het hen niet zozeer, omdat er daarom net ook veel bussen rijden. Met de fiets zoeken ze naar veilige verbindingen.