Particuliere slachting

Slachten van kleinvee: particuliere slachtingen

Iedere inwoner kan dieren (laten) slachten voor de behoeften van zijn gezin, kortweg genoemd "particuliere slachting". Bij een particuliere slachting dient het vlees voor alle personen die onder één dak wonen en een privé gemeenschap vormen en voor eventuele gasten in de privé sfeer (dus bijvoorbeeld niet voor de (klein)kinderen of andere familieleden die hun domicilie op een ander adres hebben, maar deze personen mogen uiteraard wel als gast mee eten als ze op bezoek zijn bij (groot)ouders of familie).

Dieren

Particuliere slachtingen van runderen (ook kalveren) of paarden, kan uitsluitend plaatsvinden in een erkend slachthuis.

Varkens, schapen en geiten mogen in een erkend slachthuis maar ook thuis geslacht worden.

Dieren zoals pluimvee (kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders) en konijnen mogen wel eender waar een particuliere slachting ondergaan.

Administratieve verplichtingen

Eénmalige registratie

Iedereen die een particuliere slachting wenst te doen, moet zich registreren. Deze registratie is éénmalig en kan gebeuren op de gemeente (Omgevingsdienst), in het slachthuis waar men voor het eerst een dier particulier laat slachten of in het provinciaal kantoor FAVV. De aldus geregistreerde persoon bekomt een nummer dat hij bij elke daaropvolgende aangifte van slachting moet meedelen.

Telkens een nieuwe slachtingsaangifte

Bij elke slachting moet de particulier de slachting aangeven.

Indien een particulier, op één en dezelfde dag, meerdere dieren slacht, moet hij of zij voor elk dier apart een slachtingsaangifte doen.

  • alle slachtingen die in een slachthuis gebeuren, moeten daar worden aangegeven bij aankomst van de te slachten dieren; je ontvangt daarvan een aangiftebewijs dat nadien door de particulier gedurende één volledig kalenderjaar moet bewaard worden.
  • alle thuisslachtingen van varkens, schapen of geiten moeten minstens twee werkdagen vooraf worden aangegeven op de gemeente waarna de slachting binnen de daarop volgende acht dagen dient te gebeuren. De aangever ontvangt een aangiftebewijs (zogenaamde "slachtbewijs"). Op dit document is de geldigheidsduur aangegeven; na de slachting moet je dit document gedurende één volledig kalenderjaar bewaren. De dieren moeten bedwelmd worden voor de slachting.
  • voor particuliere slachtingen van pluimvee of konijnen buiten een slachthuis moet geen aangifte worden gedaan.
  • in de gevallen het om gekweekt wild gaat, worden voor everzwijnen de regels van varkens toegepast, voor hertachtigen en lama's de regels van schapen/geiten en voor vogels de regels van pluimvee, hoewel voor struisvogels wel een aangifte nodig is, ook ingeval van slachting buiten een slachthuis. Bij de registratie en de slachtingsaangifte dien je de identiteitskaart mee te brengen. Bij deze aangifte moet de aangever in het bezit zijn van zijn registratienummer en het beslagnummer van het bedrijf waar het dier gehouden werd. Dit beslagnummer kan je vragen aan de veehouder waar je het dier gekocht hebt of staat vermeld op het vervoersdocument dat de dieren vergezelt. Het afgestempelde bewijs van slachtingsaangifte moet bij het karkas blijven tijdens het vervoer naar de gezinswoning. De dieren mogen in geen geval buiten die tijdelijke slachtplaatsen worden geslacht.

Wat met slachtafval?

Rendac is momenteel het enige erkende bedrijf voor de ophaling en de verwerking van kadavers en slachtafval. Melding hiervan kan tussen 7u00 en 16u00.

053 64 02 11